Het verschil tussen klassiek en technisch alpinisme

Het verschil tussen klassiek en technisch alpinisme

Alpinisme is een sport die al decennia lang echte avonturiers aantrekt. Met de constante upgrades van het klimmateriaal en het gebrek aan bergtoppen die nog nooit eerder zijn bedwongen is er een onderscheid gemaakt tussen het klassieke en het technisch alpinisme.

Klassiek alpinisme

Kent maar één doel: het bereiken van de top van de berg. Vaak via de eenvoudigste weg naar boven, ook wel eens de normaalroute genoemd. Het bestaat voornamelijk uit het overwinnen van de hoogte over rotsen, sneeuw of een combinatie ervan. Bergklimmers die ervoor kiezen om zich te gooien op het klassieke alpinisme zullen vaak lijstjes afwerken zoals de Seven Summits, de 8000'ers of de reeks van 4000'ers in de Alpen afwerken. Het succes van hun beklimming hangt enkel af van het al dan niet behalen van de top. Er zijn twee verschillende vormen: beklimmingen via de alpiene stijl of beklimmingen in expeditiestijl. De alpiene stijl is ontstaan in de Alpen en betekent een korte, snelle beklimming met weinig gewicht mee. Een klim in expeditiestijl daarentegen brengt heel wat uitrusting met zich mee of vanuit het basiskamp hoogtekampen op te zetten.

Technische alpinisme

Wordt ook wel eens het moderne bergbeklimmen genoemd en is ontstaan uit de blijvende zoektocht naar nieuwe uitdagingen. De meeste toppen zijn al een of meerdere keren bedwongen en met de blijvende verbetering van het klimmateriaal wordt het alsmaar makkelijker om een bergtop te bedwingen. Klimmers die hun grenzen willen verleggen zijn dan ook op zoek gegaan naar een nieuwe uitdaging: het technisch alpinisme. Hier ligt het doel van het klimmen niet op het bereiken van de top maar op het overwinnen van een erg technische route of passage. Vaak leiden deze routes niet eens naar de top. Voorbeelden zijn ijsklimmen of watervalklimmen waar aan de hand van technisch klimmateriaal een loodrechte ijswand wordt beklommen. Andere uitdagingen in het moderne alpinisme zijn het beklimmen van zware en gevaarlijke couloirs, technische routes op de noordwand van een berg (voorbeeld Eiger), graatoverschrijdingen of simpelweg technisch hoog genoteerde klimroutes bedwingen.