Aconcagua: de reus in de Andes

Aconcagua: de reus in de Andes

Drie en een half jaar na het ontstaan van mijn droom van de Seven Summits bevind ik me in Mendoza, Argentinië. De derde grootste stad van Argentinië is vooral gekend onder de wijnliefhebbers maar voor mij betekent het de uitvalbasis voor de beklimming van de Aconcagua.

De Aconcagua is de hoogste berg van Zuid-Amerika en tweede hoogste berg in de lijst van de Seven Summits, na Everest. Tegelijk is het met zijn 6962 meter de hoogste piek van het westelijke en zuidelijke halfrond.

Hoe indrukwekkend die gegevens ook mogen zijn, toch wordt de berg (te) vaak onderschat. Heel wat gedreven bergsporters willen deze top al erg vroeg in hun klimcarrière op hun palmares zetten en laten zich vangen aan het feit dat de Aconcagua als 'technisch makkelijk' wordt bestempeld. De combinatie van drie weken in een tent te verblijven, de barre weersomstandigheden (viento blanco) en niet te vergeten... de hoogte zorgt ervoor dat de Aconcagua dichter aanleunt bij een expeditie in de Himalaya dan bij een beklimming in de Alpen. 'Niet te geloven hoe onervaren de klimmers soms zijn.', zucht mijn gids Mariano, zelf een ervaren Himalayaklimmer. 'Maar ze hebben wel al de Kilimanjaro bedwongen.', voegt hij er ironisch aan toe.

Naar Plaza de Mulas (4300m)

Ik moet toegeven dat ook ik al de Aconcagua in mijn hoofd had toen ik afdaalde van de Kilimanjaro in 2012. Toch heb ik eerst vier jaar ervaring opgedaan in de Alpen en een jaar voorgaande aan mijn beklimming mijn trainingen stevig opgeschroefd vooraleer nu mijn eerste stappen te zetten richting Plaza de Mulas, het basiskamp van de Aconcagua. Gelegen op 4300 meter en de grote afstand er naar toe zorgt ervoor dat je er drie dagen over doet vooraleer je het tentenkamp bereikt. Genoeg tijd om te acclimatiseren dus. Een trektocht waarin we nog de luxe mogen ondervinden van de mulas, de service waarbij onze duffel bag en dus het grootste deel van het gewicht door ezels en hun eigenaars in ware koloniestijl naar base camp wordt getransporteerd. Hoewel de hoge temperaturen mijn zweetklieren al serieus aan het werk hebben gezet, bereiken we na drie vlotte dagen de North Face tenten van Plaza de Mulas.

Begin van de expeditie: acclimatiseren

Je zou niet veel verwachten van een hooggelegen tentenkamp zoals Plaza de Mulas, het base camp van Aconcagua. Maar net als in de berghutten in de Alpen sta ik keer op keer versteld als ik de maaltijden voor mijn neus zie verschijnen. In Confluencia, het lager gelegen kamp kregen we nog vers gemaakte pizza’s voorgeschoteld. Mijn mond viel letterlijk open. En dat was niet enkel om een hap te nemen. Het basiskamp van de Aconcagua mag dan even hoog gelegen zijn als de top van de Matterhorn, toch komen we hier niets tekort. Douches, een bar, mogelijkheden tot het kopen van pizza, barbecue en fruit, wifi (te koop wel te verstaan) en een satelliettelefoonverbinding… alles wat een bergbeklimmer maar kan wensen is hier voorradig. Al maken de prijzen van een biertje of enkele minuten internet wel duidelijk dat we hier nog steeds op een afgelegen plaats zitten.

Zodra ik mijn tent had opgezet tussen de grote expeditietenten, voelde ik me al thuis. En dat was maar goed ook want de komende vijf dagen zouden we van Plaza de Mulas onze slaapplek maken. Tijd genoeg om wat te rusten, te acclimatiseren, een nabijgelegen 5000'er op ons palmares bij te schrijven en ons voor te bereiden op de verdere beklimming.

Ik voel me erg fris en twijfel dan ook geen moment dat ik de top van mijn eerste piek in het Andesgebergte haal. Met een lichte rugzak waar enkel wat snackrepen, water en een extra trui in zit vertrekken we als een stel mieren in een rechte lijn naar de bergflanken van Bonete. De beklimming die slechts een paar uur in beslag neemt voelt nooit zwaar aan. Enkel het laatste stuk naar de echte top is wat technischer en vereist klauterwerk. Iets na de middag bereiken we de hoogste rots van Bonete die door een half omgevallen kruisbeeld wordt aangeduid. Het kruisbeeld verliest al gauw mijn aandacht want de heldere hemel zorgt ervoor dat we van een panoramisch zicht op de Andes, Chili en zelfs de Atlantische Oceaan kunnen genieten.

De volgende dag is een rustdag. Eentje met slecht nieuws helaas. De weersomstandigheden hoger op de Aconcagua zijn niet bijster goed. “We hebben te horen gekregen dat er vannacht enkele tenten vanaf Camp Cholera naar beneden zijn gewaaid.”, legt Mariano ons uit. Echt van wakker liggen doen echter nog niet. Onze uitgerekende dag waarop we een summit bid plaatsen is nog te veraf en zijn nog geen weersvoorspellingen van. Alleen, de slechte weersomstandigheden op de Aconcagua zijn niet zo uitzonderlijk de laatste weken en het typeert alleen maar het klimseizoen waarin we nu lijken te zitten. Windsnelheden van 80-90 kilometer per uur boven de 6000 meter prijken dagelijks op het krijtbord waar de weersvoorspellingen voor iedereen te zien zijn.

Onze beklimming gaat verder: Camp Canada (4910m)

Nog twee dagen en dan wordt Camp Canada onze volgende slaapplaats. Voor de rest van onze expeditie hebben we nog heel wat voedsel en gear nodig waardoor een load carry is gepland. Ons voedsel voor de komende dagen hebben we nauwkeurig uitgerekend en in plastic zakjes verdeeld. Dit samen met mijn klimmateriaal die ik op de laatste dag zal nodig hebben neem ik mee naar Camp Canada. De meeste klimmers van mijn groep profiteren van de aanwezigheid van porters waar ze vlijtig voor bijbetalen. Zelf opteer ik om 'zelfstandig' alles boven te krijgen. Vlot en zonder veel energieverlies bereik ik Camp Canada, waar we onze gear achterlaten om vervolgens terug af te dalen. Twee dagen later, met een lichtere rugzak zou ik al wat meer moeite hebben om opnieuw Camp Canada te bereiken.

Naar de top van de Andes (6963m)

Ik word wakker met een barstende hoofdpijn. Zou hoogteziekte me nu toch beginnen parten spelen? Na een nacht te hebben doorgebracht op bijna 6000 meter in een tent zou het niet verwonderlijk zijn dat ik nu langzaam aan de fysieke ongemakken vanop grote hoogte zitten zou beginnen voelen. Met de hoop dat het gewoon om een mindere dag gaat kruip ik uit mijn tent. De voorbije dagen zijn we snel van Camp Canada naar Camp Cholera (5900m) verhuisd.

Over enkele uren beginnen we aan onze laatste beklimming, richting de top van de Aconcagua. Mijn fysieke toestand gaat er snel op achteruit en zonder avondeten en met een stevige hoofdpijn verdwijn ik al snel in mijn tent. Gelukkig zijn deze ongemakken na een erg korte nachtrust voor een stuk verdwenen. Ik neem nog een flinke slok warm water, stop enkele energierepen in mijn jas en begin met een lichte rugzak aan de negen uur durende klim. In tegenstelling tot de voorbije dagen wordt het terrein toch iets technischer en is het vaak bedekt met een laag sneeuw en ijs. Het is vijf uur wanneer we met een traag tempo aan de klim beginnen. Erg koud is het niet. Een meevaller. Ook de wind is een heel stuk minder dan verwacht. Wanneer Mariano ons vraagt om onze crampons aan te trekken wordt duidelijk hoe vermoeid ik al ben. Ik voer een hevige strijd die ik dreig te verliezen, tot een teamgenoot me uit mijn lijden verlost. Enkele uren later zit het volledige team op zijn tandvlees en concentreer ik me enkel nog op mijn ice axe die ik die in de sneeuw duw bij iedere stap die ik zet. Aan mijn vermoeidheid denk ik niet meer, hoewel ik bezig ben aan de zwaarste inspanning die ik ooit heb moeten leveren. Klimmen op bijna 7000 meter hoogte. Maar uiteindelijk bereik ik na acht en een half uur een plaats die ik maar al te goed herken van de foto's op het internet: de top van de Aconcagua.